“Onze boodschap is duidelijk: bezuinig niet op de opleidingen van onze studenten, maar investeer juist in het hbo", zegt Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen in reactie op de vandaag gepresenteerde begroting 2024 van het ministerie van OCW. “De kabinetsplannen dreigen de opleiding van voldoende gekwalificeerde mensen te bemoeilijken. Dit terwijl juist hogescholen bij uitstek de plek zijn om mensen snel en effectief voor te bereiden op de arbeidsmarkt: 93% van onze studenten heeft binnen drie maanden na afstuderen een betaalde baan. Als het kabinet woord houdt en daadwerkelijk het hbo wil stimuleren, moeten de bezuinigingen juist worden geschrapt.” De zorgen van de hogescholen worden vandaag nog eens extra onderstreept door de kritiek op de kabinetsplannen van CPB, SCP en PBL die stellen dat de bezuinigingen op onderwijs, onderzoek en innovatie de ‘welvaart in de toekomst’ schaden.
Langstudeerboete: niet invoeren
De langstudeerboete ontmoedigt jongeren om aan een studie te beginnen. Vooral in het hbo is dit effect sterker, omdat daar veel studenten studeren die als eersten uit hun familie hoger onderwijs volgen of uit gezinnen komen met een lager inkomen. Het voornemen van het kabinet om de langstudeerboete in te voeren heeft nu al negatieve gevolgen. Studenten worden nu al beïnvloed in hun keuze om wel of niet aan het hbo te beginnen. De langstudeerboete belemmert in die zin de toegankelijkheid van het hoger onderwijs en vergroot de ongelijkheid in Nederland. Dit is schadelijk voor de toekomst van deze jongeren en voor de arbeidsmarkt. Het raakt daarmee de kern van het hoger onderwijs. Limmen: “Ik roep het kabinet daarom op om dit plan zo snel mogelijk in te trekken”.
Erkenning regionale rol hogescholen
In de Troonrede werd nogmaals het belang benadrukt van het rapport ‘Elke regio telt’. De Vereniging Hogescholen vindt dat hier extra financiering en concrete maatregelen aan moeten worden verbonden. Hogescholen zijn aanwezig in 40 regio's in Nederland en bieden niet alleen onderwijs binnen een redelijke reisafstand, maar zijn ook essentieel voor voorzieningen zoals zorg, onderwijs, winkels en openbaar vervoer. Daarom pleiten hogescholen voor een wettelijke verankering van hun regionale rol.
Praktijkgericht onderzoek
Uit de Prinsjesdagplannen van het kabinet spreekt zeer veel ambitie voor het praktijkgericht onderzoek. Het is een positief signaal dat het kabinet niet bezuinigt op het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen. Hogescholen doen praktijkgericht onderzoek dat er juist voor is bedoeld praktijkproblemen echt op te lossen. Dat doen ze met en voor bedrijven en organisaties – in totaal zo'n 14.000. In tijden van personeelstekorten is dat extra hard nodig. Hogescholen pleiten daarom voor zowel een wettelijke verankering van de regiorol, als voor voldoende middelen voor het praktijkgerichte onderzoek.
Wet Internationalisering in Balans
De bezuiniging door vermindering van het aantal internationale studenten blijft helaas nog op tafel. Dat is in het hbo niet nodig; 92% van de studenten komt sowieso uit Nederland en dat is al jaren stabiel. Ook zijn vrijwel alle (92%) hbo-opleidingen in het Nederlands te volgen en studenten worden juist voorbereid op de Nederlandse arbeidsmarkt. Verder willen hogescholen alle buitenlandse en alle Nederlandse studenten onderwijs aanbieden om hun kennis te vergroten van de Nederlandse taal. Studenten kunnen goed terecht op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Om- en bijscholing
De VH pleit voor meer ambitie op het gebied van een leven lang leren. Er is een grote behoefte aan voortdurende om- en bijscholing voor zowel werkenden als werkzoekenden. Uit de ervaringen met STAP blijkt dat veel mensen willen bijleren om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, maar dat niet alle opleidingen hiervoor geschikt zijn. De VH vindt dat hogescholen wettelijk de taak moeten krijgen om om- en bijscholing aan te bieden. Dit zou ervoor zorgen dat erkende opleiders deze scholing aanbieden en dat er in 40 regio's gedegen om- en bijscholing beschikbaar is, binnen een redelijke reisafstand.