Praktijkgericht onderzoek: Versterk kennisfunctie hogescholen

POSITION PAPER

Nederland staat voor grote maatschappelijke opgaven, zoals corona en de energietransitie. Daarvoor hebben we nieuwe kennis nodig die direct kan worden toegepast. Praktijkgericht onderzoek is de schakel tussen fundamenteel onderzoek en onze samenleving. Een katalysator waarmee we kennis omzetten in nieuwe producten en oplossingen. Met praktijkgericht onderzoek zorgt het hbo er voor dat het onderwijs goed blijft aansluiten op de veranderende arbeidsmarkt. Maar met de huidige, voornamelijk projectgebonden financiering hebben hogescholen de grenzen van hun kennisfunctie bereikt. Een structurele extra financiering vanuit de eerste geldstroom oplopend naar op termijn € 240 miljoen per jaar is nodig om praktijkgericht onderzoek duurzaam te verankeren in ons kennisecosysteem.

Kennisfunctie hogescholen
De basis van het praktijkgericht onderzoek aan hogescholen is het lectoraat. In lectoraten zijn momenteel bijna 700 lectoren, ruim 4.300 docent-onderzoekers, 35.000 studenten en een groot aantal vertegenwoordigers van de beroepspraktijk betrokken bij praktijkgericht onderzoek. Het onderzoek wordt gevoed door vragen uit de samenleving, bedrijven, het onderwijs en de beroepspraktijk. Zo dragen hogescholen met praktijkgericht onderzoek bij aan bijvoorbeeld analyse, duiding en aanpak van de coronacrisis. Praktijkgericht onderzoek helpt bedrijven en organisaties te innoveren en zorgt ervoor dat actuele kennis en inzichten direct in het onderwijs en de beroepspraktijk terechtkomen.

Publiek-private samenwerking
Hogescholen investeren in praktijkgericht onderzoek door met hun omgeving samen te werken in verschillende publiek-private samenwerkingsverbanden, zoals living labs, field labs, innovatiewerkplaatsen en lectorenplatforms. De meest bekende samenwerkingsvorm is het Centre of Expertise, waarin de hogescholen, bedrijven en overheden participeren.

De Centres leggen de verbinding tussen het hbo en het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid door netwerkvorming van lectoren, ondernemers, docenten, studenten en onderzoekers uit publieke en private instellingen. De eerste Centres werden ingesteld 2011 en in 2020 waren er 55 actief. Ze richten zich op maatschappelijke thema’s als de energietransitie, duurzaamheid en zorg. In het Sectorakkoord hbo spraken Vereniging Hogescholen en het ministerie van OCW in 2018 af dat er door hogescholen meer geïnvesteerd wordt in de Centres of Expertise.

Innoveren met het mkb
De combinatie praktijkgericht onderzoek en onderwijs maakt het hbo een natuurlijke partner voor het mkb als het gaat om innovatie. Dit partnership is recent versterkt met het innovatietraineeship. Een docent-onderzoeker van een hogeschool begeleidt een innovatietrainee gedurende anderhalf jaar en de trainee kan gebruik maken van de onderzoekfaciliteiten van de hogeschool. Daardoor krijgen ondernemers de kans gewenste innovaties daadwerkelijk te implementeren. In februari 2021 starten 200 innovatietrainees, op voorwaarde dat hun onderzoeksplannen zijn goedgekeurd. Het innovatietraineeship is een initiatief van de topsector Chemie, Agri & Food en de topsector Logistiek en is onderdeel van het Kennis- en Innovatie Convenant.

Huidige financiering
De kennisfunctie van het hbo is steeds belangrijker in het Nederlandse kennislandschap. Hogescholen zijn succesvol in het genereren van projectgebonden financiering door gebruik te maken van Nederlandse en Europese subsidieregelingen. Maar dit verhult een fundamenteel probleem: er is sprake van een structurele onderfinanciering van praktijkgericht onderzoek vanuit de eerste geldstroom. Deze basisfinanciering is nodig voor de laboratoria, het aanstellen van lectoren, docent-onderzoekers, promovendi en ondersteunend personeel. Bovendien vereisen onderzoeksprojecten met externe financiering een bijdrage uit de basisfinanciering (matching).

Met de huidige omvang van de basisfinanciering voor praktijkgericht onderzoek hebben hogescholen de grenzen van hun kennisfunctie bereikt. Ter illustratie: hogescholen ontvangen momenteel per student per jaar gemiddeld circa 190 euro voor praktijkgericht onderzoek via de eerste geldstroom. Universiteiten ontvangen per student per jaar gemiddeld circa 7.000 euro voor onderzoek via de eerste geldstroom. 

Benodigde investering
Praktijkgericht onderzoek aan hogescholen levert direct toepasbare oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Het innoveert het hbo-onderwijs en de beroepspraktijk en zorgt voor een goede aansluiting van het onderwijs op de snel veranderende arbeidsmarkt.

De Vereniging Hogescholen wil het praktijkgericht onderzoek structureel in ons kennisecosysteem verankeren. Het is de ambitie om iedere hbo-student tijdens de studie met onderzoek in aanraking te laten komen. Daarvoor is een verhouding van 1 lector per 500 studenten wenselijk (momenteel is de verhouding 1 lector per circa 1.100 studenten). Om dit te bereiken is op korte termijn een structurele extra investering op jaarbasis vereist van 100 miljoen euro uit de eerste geldstroom, oplopend naar op termijn een structurele extra investering op jaarbasis van 240 miljoen euro uit de eerste geldstroom.