Actualiteit

Position paper ‘Doorwerken aan kennis en impact voor de regio’ gepresenteerd

Hogescholen vervullen vaak een drijvende kracht voor vernieuwing in de beroepspraktijk, maar het kan pas écht leiden tot impact met steun van de overheid en met goede samenwerking met tal van partners. Op die manier kunnen zij samen met hogescholen de valorisatie in Nederland naar een hoger plan tillen. Dat bepleiten hogescholen in het position paper 'Doorwerken aan kennis en impact voor de regio', dat gisteren door Joeri van den Steenhoven (voorzitter bestuurlijke werkgroep valorisatie Vereniging Hogescholen en CvB-lid Hogeschool Leiden) is gepresenteerd tijdens de conferentie Onderzoek & Impact van Regieorgaan SIA en de Vereniging Hogescholen. 

Voorzitter van de Vereniging Hogescholen, Maurice Limmen: ”Praktijkgericht onderzoek is al van grote waarde. Voor nog meer impact zijn investeringen onontbeerlijk”. 

Vier sporen
Het position paper beschrijft de rol van hogescholen in het valorisatiesysteem en wat ervoor nodig is om deze te versterken. In het landelijke debat over valorisatie is echter tot nu toe weinig aandacht geweest voor die rol van hogescholen. Dat is een gemiste kans. Want gelet op de wettelijke taken, de ruime ervaring met impactgericht onderzoek en de wijze waarop hogescholen valorisatie invullen, zijn deze zeker in deze tijd van grote transities onmisbaar. In het position paper zijn vier sporen uitgewerkt om de valorisatie en impact van hogescholen te vergroten:

  1. Maak het hbo volwaardig onderdeel van het Nederlands innovatiesysteem;
  2. Financiering, expertise en ondersteuning voor valorisatie in het hbo;
  3. Ondersteun ondernemerschap en ondernemerschapsonderwijs;
  4. Een bredere basis: opschalen van praktijkgericht onderzoek.

Vier wettelijke taken
Hogescholen hebben – naast het verzorgen van hoogwaardig hoger beroepsonderwijs – nog drie wettelijke taken die gezamenlijk invulling geven aan de valorisatie-opdracht van hogescholen. Ten eerste verzorgen van onderzoek gericht op de beroepspraktijk, ten tweede overdragen van kennis voor de maatschappij en ten derde bijdragen aan de ontwikkeling van beroepen.