De Vereniging Hogescholen vraagt de Tweede Kamer om een impuls te geven aan de lerarenopleidingen. “Willen we het lerarentekort oplossen, dan moeten we het aantrekkelijker maken om leraar te worden, te zijn én te blijven”, zegt Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen. Deze week debatteert de Tweede Kamer over het lerarenbeleid.
Op de lerarenopleidingen van de hogescholen wordt ongeveer negentig procent van alle leraren opgeleid voor het basis- en voorgezet onderwijs en het mbo. Die opleidingen worden niet alleen bevolkt door studenten vanuit het voortgezet onderwijs, maar steeds vaker ook door zij-instromers: volwassenen die zich vanuit een ander beroep willen om- bij- of herscholen voor een loopbaan in het onderwijs. De VH verwacht dat die laatste groep in de komende tijd flink zal groeien, omdat de arbeidsmarkt, mede door de coronacrisis, snel verandert.
Dat biedt kansen om het lerarentekort te helpen verminderen. In de plannen de plannen van het hbo springt in het oog dat de lerarenopleidingen studenten en zij-instromers een individuele route naar het leraarschap willen bieden. Het Bestuursakkoord Flexibilisering Lerarenopleidingen, dat de minister van OCW op 12 oktober 2020 sloot met de Vereniging Hogescholen en de Vereniging van Universiteiten, is een belangrijke stap in deze richting. Om lerarenopleidingen aantrekkelijker te maken wordt volop gewerkt aan het invoeren van gepersonaliseerde leerroutes voor leraren-in-spé. “Als iemand aan een opleiding begint, willen we veel meer uitgaan van wat iemand al kan.”, zegt Maurice Limmen.
Om het beroep van leraar ook op de lange termijn aantrekkelijk te maken en te houden is het hard nodig dat leraren gebruik kunnen maken van de doorlopende leerlijnen op het gebied van opleiden, begeleiden en professionaliseren. Maurice Limmen: “We willen leraren hun hele loopbaan uitnodigen en stimuleren om hun kennis, inzichten en vaardigheden aan te vullen en te vernieuwen. Dat is goed voor leerlingen, goed voor de leraar, goed voor de kwaliteit van ons onderwijs.”