tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:/actueel/actualiteitennl-NLPersberichten2024-03-15T07:00:00+01:00tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/27152024-03-14T18:27:14+01:002024-03-15T10:47:50+01:00Hogescholen maken bindende afspraken om instroom internationale studenten beperkt en in balans te houden<p>De Vereniging Hogescholen heeft een voorstel tot zelfregie op de instroom van internationale studenten aangeboden aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Minister Dijkgraaf (OCW) had de sector om dit voorstel gevraagd. Maurice Limmen, voorzitter Vereniging Hogescholen: “Het aantal internationale studenten in het hbo is beperkt en in balans, om ook in de toekomst dit evenwicht te behouden nemen we nu maatregelen. Zo versterken we de voordelen van internationalisering en beperken we de nadelen. Met dit voorstel willen hogescholen sturen op het aantal internationale studenten en op een gerichte instroom. Hogescholen nemen zo hun verantwoordelijkheid.” </p>
<p>Hogescholen zien grote meerwaarde in een gebalanceerde instroom van internationale studenten. In een aantal sectoren en in veel regio’s is er een specifieke behoefte aan talent om bijvoorbeeld tekorten op arbeidsmarkt op te vangen. Op deze manier kunnen internationale studenten de Nederlandse economie en de maatschappij van nut zijn. Hogescholen willen de bijdrage van afgestudeerde buitenlandse studenten aan de arbeidsmarkt nog groter maken door te gaan werken aan taaltrainingen en aan het verhogen van de blijfkans.</p>
<p>De meeste beroepen waar het hbo voor opleidt zijn Nederlandstalig, zoals verpleegkundige en de leraar, de opleidingen voor deze sectoren zijn en blijven daarom ook Nederlandstalig. Het overgrote deel van de opleidingen in het hbo is daarom in het Nederlands te volgen (93%) voor 80% van de opleidingen geldt dat deze zelfs alleen maar in het Nederlands te volgen zijn. Alleen opleidingen voor sectoren die per definitie in een internationale context werken, zoals de hotelscholen en de luchtvaartsector zijn meestal anderstalig. </p>
<p>De hogescholen spreken in het voorstel zelfregie een heel aantal maatregelen af om de negatieve effecten van internationalisering te dempen, door middel van bindende afspraken. Hogescholen spreken bijvoorbeeld af te gaan sturen op een maximering van het aantal in te schrijven studenten op anderstalige opleidingen voor de economische opleidingen, ter hoogte van de gemiddelde instroom van de afgelopen drie jaren. Hogescholen vragen met het oog hierop de overheid om het instrument van de numerus fixus voor deze trajecten mogelijk te maken, zodat zij bij een te hoge instroom van eerstejaars ook dit instrument kunnen inzetten.</p>
<p>Hogescholen gaan verder samen met gemeenten en studentenhuisvesters actief op zoek naar oplossingen voor huisvestingsproblemen die samenhangen met de instroom van internationale studenten. Daarnaast komt er een inzet om de beheersing van de Nederlandse taal te verbeteren, door Nederlandse taallessen aan zowel Nederlandse als internationale studenten en internationale medewerkers aan te bieden. Het volledige overzicht van voorgestelde maatregelen is te lezen in de brief aan minister Dijkgraaf (OCW). </p>
<p>Het voorstel tot zelfregie van de hogescholen hangt nauw samen met het huidige wetsvoorstel internationalisering in balans (WIB) waar het kabinet aan werkt. Het doel van dit wetsvoorstel is het ontwikkelen van instrumenten waarmee 'de voordelen van internationalisering worden versterkt en de nadelen ervan worden beperkt’. Hogescholen begrijpen dat een te grote instroom van internationale studenten tot zorgen leidt in de maatschappij bijvoorbeeld over de druk op studentenhuisvesting. Ongebreidelde groei van het aantal internationale studenten is in het hbo echter niet aan de orde: het aandeel internationale studenten in de bachelorfase in het hbo is al jaren stabiel op ongeveer 8 à 9% van het totaal aantal studenten. Het aandeel Nederlandse studenten bachelor in het hbo is daarmee groter dan 90%.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/27082023-11-09T13:33:42+01:002024-02-06T07:22:24+01:00Instroom nieuwe hbo-studenten ongeveer gelijk aan vorig jaar<p>De instroom van nieuwe studenten in het hoger beroepsonderwijs is in dit studiejaar ’23-’24 met een verschil van -0,3% ongeveer gelijk gebleven in vergelijking met vorig studiejaar. Dit blijkt uit de voorlopige instroomcijfers van de Vereniging Hogescholen. De inschrijvingen voor masteropleidingen tonen een duidelijke stijging met 7%. “Steeds meer studenten kiezen voor een master aan het hbo. Dat is een goede stap in het benutten van de talenten van alle jongeren en het bieden van gelijke kansen aan alle jongeren en voor het voldoen aan de belangrijke vraag van de arbeidsmarkt”, aldus Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen. “Het is ook goed nieuws voor Nederland” vervolgt Limmen, “want als we onze voorsprong op het gebied van innovatie willen behouden dan hebben we serieus meer studenten nodig die een hbo-master doen. De groei is bemoedigend, maar we zijn er nog niet. Hiervoor is een bredere toegankelijkheid van de masters, ook door uitbreiding in het aanbod van hbo-masteropleidingen, noodzakelijk”.</p>
<p>De inschrijvingen voor de opleidingen Associate degree (Ad) laten een forse toename zien van 21% na al een eerdere grote groei in de afgelopen jaren. Het aantal aanmeldingen voor de bacheloropleidingen is gedaald ten opzichte van vorig jaar (-3%). Positief is dat in 2023 zijn 7% meer vwo’ers ingestroomd in het hbo vergeleken met het jaar ervoor.<br />
Voor de instroom van internationale studenten is in de bachelor een afname van studenten vanuit de Europese Economische Ruimte (EER) te zien en een wat hogere instroom van niet-EER studenten. Bij elkaar is het aantal internationale studenten ongeveer gelijk gebleven sinds 2022.</p>
<p><strong>Achtergrond</strong><br />
De genoemde cijfers zijn gebaseerd op het aantal verwerkte inschrijvingen van studenten voor Associate degree, hbo-bachelor en masteropleidingen via DUO. Voor alle hogescholen geldt dat studenten zich voor 1 mei moeten aanmelden en uiterlijk 1 oktober aan alle inschrijfvoorwaarden moeten voldoen. In de komende periode worden alle inschrijvingen administratief verwerkt, waarna definitieve instroomcijfers beschikbaar komen. Deze kunnen afwijken van de nu gepresenteerde cijfers. Op basis van die gegevens kunnen er gedetailleerder analyses worden gedaan. De definitieve instroomcijfers voor studiejaar 2023 -2024 zullen in het eerste kwartaal van 2024 bekend worden.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/27072023-11-06T18:51:09+01:002024-02-06T07:22:56+01:00Deltapremie van €500.000 voor Janine Stubbe en Reint Jan Renes<p><em>Demissionair minister van OCW, Robbert Dijkgraaf, tussen winnaars Reint Jan Renes en Janine Stubbe. Links op de foto voorzitter van de Vereniging Hogescholen Maurice Limmen en rechts Huib de Jong, voorzitter van Regieorgaan SIA</em></p>
<p><br />
<strong>Lectoren Janine Stubbe van Codarts Rotterdam en Reint Jan Renes van Hogeschool van Amsterdam (HvA) zijn de winnaars van de derde editie van de Deltapremie, </strong><strong>de toonaangevende prijs </strong><strong>voor praktijkgericht onderzoek aan hogescholen. Ze ontvangen beiden een premie van 500.000 euro</strong> <strong>voor hun grensverleggende onderzoek naar de fysieke en mentale gezondheid van onder meer podiumkunstenaars en de gedragspsychologie achter het maken van duurzame keuzes<em>. </em></strong><strong>Deze lectoren tonen aan dat hogescholen met hun onderzoek een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. </strong><strong>Demissionair minister van OCW Robbert Dijkgraaf feliciteerde de winnaars. </strong></p>
<p>Dijkgraaf: “Het fysieke en mentale welzijn van jonge mensen en het stimuleren van klimaatvriendelijke keuzes in het dagelijks leven zijn niet alleen twee onderwerpen die relevant zijn voor de maatschappelijke uitdagingen die op ons afkomen, maar liggen mij persoonlijk ook nog eens zeer na aan het hart. Echt mooie voorbeelden van praktijkgericht onderzoek die over grenzen van het vakgebied kijken en waarmee we samen verder komen.” De premie, een initiatief van Regieorgaan SIA en de Vereniging Hogescholen, is een erkenning voor de waardevolle bijdrage die lectoren met hun onderzoeksgroep leveren aan de samenleving. Deltapremiewinnaars laten bij uitstek zien waar praktijk en onderzoek op een innovatieve en impactvolle manier samenkomen. Met resultaten die doorwerken in de maatschappij.</p>
<p><strong>Prestaties verbeteren en blessures voorkomen bij onder meer podiumkunstenaars en sporters </strong><br />
Lector Performing Arts Medicine Janine Stubbe van Codarts is een echte ambassadeur voor het praktijkgericht onderzoek, aldus de selectiecommissie. Stubbe heeft een landelijke onderzoeks- en kennisinfrastructuur voor de podiumgeneeskunde opgezet en staat hiermee aan de basis van een nieuw vakgebied. Haar onderzoek richt zich op het terrein van de fysieke en mentale gezondheid van studenten, dansers, musici, circusartiesten en sporters om zo gezondheidsklachten te voorkomen en prestaties te verbeteren. Ruim 2.000 podiumkunstenaars gebruiken haar gezondheidsmonitor, één van de resultaten van haar onderzoek. Met deze monitor krijgen podiumkunstorganisaties inzicht in de omvang, aard en risicofactoren van blessures en mentale klachten.</p>
<p>Stubbes impact is ondanks haar zeer specifieke onderzoeksgebied enorm, omdat ze verbinding zoekt met andere sectoren. Zo ontwikkelde ze een applicatie om het welzijn van MBO- en HBO- studenten te monitoren en leverde ze een innovatief elektronisch patiëntendossier op voor fysiotherapeuten. Stubbe: “Het winnen van de Deltapremie bevestigt dat wij uitblinken in het begeleiden van uitblinkers in dans, muziek, circus en sport. Met deze prijs kan Codarts haar internationale koppositie op het gebied van blessurepreventie, presteren onder druk en studentenwelzijn behouden en zelfs verder uitbreiden.”</p>
<p><strong>Gedragsinterventies ontwikkelen voor daadwerkelijk duurzame verandering in de stad </strong><br />
Wat motiveert mensen, ondanks de vele belemmeringen in hun dagelijks leven, om echt klimaatvriendelijkere keuzes te maken? Reint Jan Renes van de HvA is lector Psychologie voor een Duurzame Stad. Renes onderzoekt hoe mensen komen tot duurzaam gedrag, gedrag waarmee we het milieu zo weinig mogelijk of zelfs helemaal niet belasten. De selectiecommissie ziet in hem een echt boegbeeld voor het praktijkgericht onderzoek.</p>
<p>Hij is een autoriteit op het gebied van gedragsverandering en wil met zijn lectoraat impact maken in de ‘<s>r</s>ommelige echte wereld’, waarbij de toepasbaarheid van het onderzoek in de complexe beroepspraktijk voorop staat. Bij zijn onderzoeksprojecten staan vraagstukken rondom duurzaam gedrag in grote steden centraal. Steden worden geconfronteerd met complexe transitie-opgaven, zoals de circulaire economie, de energietransitie en duurzame mobiliteit. Renes: “Iedereen binnen het lectoraat- en onze nieuwe master- Klimaatpsychologie en -gedrag werkt ontzettend hard om het verschil te maken voor toekomstige generaties. Het voelt goed dat dit wordt gezien en gewaardeerd.”</p>
<p>De selectiecommissie is zeer positief over de zichtbaarheid van Renes, het landelijke bereik van zijn onderzoek en de breedte van zijn publicaties en de andere manieren waarmee Renes de kennis die opgedaan wordt verspreidt. Door theorieën te valideren in de praktijk en praktijkinzichten om te zetten in wetenschappelijk onderzoek draagt Renes bij aan de doorontwikkeling van zijn onderzoeksdomein.</p>
<p><strong>Onafhankelijke selectiecommissie</strong><br />
Een onafhankelijke selectiecommissie selecteerde beide winnaars. Deze commissie bestond uit zes experts onder leiding van Eppo Bruins, Voorzitter Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI).</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26882023-06-29T15:55:33+02:002023-08-29T08:21:24+02:00Principeakkoord over nieuwe cao hbo<p>De Vereniging Hogescholen en de vakorganisaties in het onderwijs, de Algemene Onderwijsbond (AOb), FNV, FvOv en CNV Onderwijs, hebben op woensdag 28 juni een principeakkoord bereikt over een nieuwe cao. Partijen hebben afspraken gemaakt over enkele grote thema’s, namelijk werkdruk en vitaliteit, contracten en loonontwikkeling per 1 juli 2023. We hebben een gedifferentieerde loonontwikkeling per schaal afgesproken, waarbij de lagere schalen een hoger percentage loonsverhoging krijgen. De schalen 11 en 12 zijn verhoogd met een extra periodiek, waardoor deze beter aansluiten op de salarissen in de andere onderwijssectoren. Daarnaast volgt in september 2023 een eenmalige uitkering ter hoogte van 833 euro bij een fulltime dienstverband.</p>
<p>De vorige cao liep tot 1 april 2023. Op grond van de Wet op de cao was deze cao stilzwijgend verlengd met maximaal een jaar. De nieuwe cao heeft een looptijd van 15 maanden, van 1 april 2023 tot 1 juli 2024. Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen: “Er ligt een principeakkoord voor een nieuwe cao in het hbo, waar we wat mij betreft trots op kunnen zijn. De huidige inflatie raakt ook onze medewerkers in het hbo. Daarom zijn we tot het absolute uiterste gegaan om een gemiddelde loonsverhoging af te spreken van 10 procent. Met dit akkoord hebben we verder een afgewogen verzameling inhoudelijke afspraken gemaakt die passen bij de ontwikkelingen in onze sector. Zo is het goed te zien dat de professional doctorate een plek krijgt in de cao.”</p>
<p>Cao-partijen hebben daarnaast afspraken gemaakt over een breed scala aan onderwerpen, zoals de inschaling van docenten, waarmee een langlopende discussie is beslecht. Ook over het doorwerken na AOW-leeftijd en over de uitbreiding van het keuzemenu zijn nieuwe afspraken gemaakt.</p>
<p>Het principeakkoord zal op 7 juli 2023 worden voorgelegd aan de leden van de Vereniging Hogescholen. Als zij én de leden van de bonden instemmen met het bereikte resultaat wordt de cao formeel van kracht.</p>
<p><strong>Vragen?</strong></p>
<p>Neem contact op met <a href="mailto:stadermann@vh.nl" style="color:red; text-decoration:underline">Arnaud Stadermann</a>, coördinator arbeidsvoorwaarden. Medewerkers van hogescholen met individuele vragen kunnen daarvoor terecht bij hun eigen instelling.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26762023-05-09T10:54:15+02:002023-05-09T15:01:13+02:00Minister kondigt wijziging bsa aan<p>De Vereniging Hogescholen neemt kennis van het plan voor een wetsvoorstel tot aanpassing van het bindend studieadvies, zoals de minister dat vandaag heeft gepresenteerd aan de Tweede Kamer.</p>
<p>De minister wil dat het bindend studie advies (bsa) norm in het eerste jaar op maximaal 30 en in het tweede jaar op maximaal 60 punten komt te liggen. Het aanpassen van het bsa is een van de afspraken uit het coalitieakkoord van dit kabinet. De nieuwe norm moet ingaan per studiejaar ’25-’26.</p>
<p><strong>Grote variëteit</strong><br />
Maurice Limmen: “Het hbo kent een grote variëteit aan instellingen en opleidingen, allemaal met hun eigen identiteit en visie op hun beroepsopleidingen. De minister verbindt het bsa nu weliswaar aan een maximum, maar binnen de speelruimte die de minister biedt, kunnen instellingen zelf hun keuzes blijven maken.”</p>
<p>Hogescholen hebben in de afgelopen jaren al gewerkt aan intensivering van studentenbegeleiding, betere studiekeuzevoorlichting en meer begeleiding tijdens de studie. Die begeleiding wordt verder verbeterd en is er vooral op gericht om de ‘juiste student op de juiste plek’ te krijgen zodat de studie succesvol afgerond kan worden.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26722023-04-21T13:17:40+02:002023-04-26T11:23:58+02:00Hbo’er heeft goede papieren voor de arbeidsmarkt<p>Hbo’ers die de arbeidsmarkt betreden hoeven nauwelijks te zoeken naar een baan en kunnen vrijwel allemaal op hun eigen opleidingsniveau aan de slag. Die conclusie is te trekken naar aanleiding van de jaarlijkse HBO-Monitor van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Maastricht University, die vandaag is verschenen. Ook in voorgaande jaren bleek dat hbo’ers prima hun weg vinden op de arbeidsmarkt.</p>
<p>Voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen: “Deze enquête laat nogmaals zien dat je met een hbo-opleiding een goede start van je loopbaan kunt maken. In deze snel veranderende arbeidsmarkt werken we in het hbo bij voortduring eraan om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst ook zo blijft.”</p>
<p><strong>Krappe arbeidsmarkt</strong><br />
Aan het ROA-onderzoek werkten in totaal 30.000 oud-studenten mee, die hun studie in 2020/2021 afrondden. De deelnemers aan het onderzoek waren positiever dan vorig jaar, wellicht ook geholpen door de krappe arbeidsmarkt. Werkloosheid (2,7%) speelt onder deze groep dan ook amper een rol. Tweederde van hen heeft binnen anderhalf jaar na het afstuderen een vaste baan. Liefst 87 procent hoefde niet eens naar een baan te zoeken, maar had onmiddellijk werk. Hbo’ers doen het al jaren goed op de arbeidsmarkt. Met name in ‘tekortsectoren’ zoals bètatechniek, zorg en onderwijs vinden hbo’ers erg snel werk en maken ze de hoogste kans op een vaste baan.</p>
<p>Opvallend is ook het succes van de studenten die een opleiding Associate degree (Ad) volgden: 90 procent van hen vond onmiddellijk werk, zonder enige zoektijd. Ad-opleidingen bestaan voor iets meer dan de helft uit deeltijdopleidingen, dus met studenten die naast hun studie al werken.</p>
<p><strong>Aansluiting arbeidsmarkt</strong><br />
Hbo’ers zijn over het algemeen positief (79%) over de manier waarop hun opleiding aansluit op het werk: Veruit de meeste hbo’ers vinden een baan in het vakgebied waarvoor ze zijn opgeleid (77%).</p>
<p>Het ROA en de Vereniging Hogescholen hebben gezamenlijk een Factsheet uitgebracht met de resultaten van de HBO-Monitor 2022. Dit factsheet is hieronder te downloaden.</p>
<hr />
<p><iframe allow="autoplay" frameborder="no" height="300" scrolling="no" src="https://w.soundcloud.com/player/?url=https%3A//api.soundcloud.com/tracks/1500058114&color=%23ff5500&auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false&show_teaser=true&visual=true" width="100%"></iframe></p>
<div style="color:#cccccc; font-family:Interstate,Lucida Grande,Lucida Sans Unicode,Lucida Sans,Garuda,Verdana,Tahoma,sans-serif; font-size:10px; font-weight:100; line-break:anywhere; overflow:hidden; text-overflow:ellipsis; white-space:nowrap; word-break:normal"><a href="https://soundcloud.com/vereniginghogescholen" style="color: #cccccc; text-decoration: none;" target="_blank" title="Vereniging Hogescholen">Vereniging Hogescholen</a> · <a href="https://soundcloud.com/vereniginghogescholen/maurice-limmen-voorzitter-vh-over-hbo-monitor-2023-bnr-25-april-2023" style="color: #cccccc; text-decoration: none;" target="_blank" title="Maurice Limmen, voorzitter VH, over HBO-Monitor 2022 - BNR 25 April 2023">Maurice Limmen, voorzitter VH, over HBO-Monitor 2022 - BNR 25 April 2023</a></div>
<div style="color:#cccccc; font-family:Interstate,Lucida Grande,Lucida Sans Unicode,Lucida Sans,Garuda,Verdana,Tahoma,sans-serif; font-size:10px; font-weight:100; line-break:anywhere; overflow:hidden; text-overflow:ellipsis; white-space:nowrap; word-break:normal"> </div>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26642023-03-10T11:45:56+01:002023-03-22T11:45:23+01:00Minder nieuwe bachelorstudenten, maar sterke groei Associate degree<p>Het aantal nieuwe studenten aan hogescholen is in het studiejaar ’22-’23 afgenomen met 5,4 procent. In totaal begroetten de hogescholen dit studiejaar 107.715 eerstejaars studenten. Dat blijkt uit de definitieve instroomcijfers in het hoger beroepsonderwijs van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). De teruggang van het aantal nieuwe studenten deed zich voor vrijwel alle sectoren en opleidingstypen.</p>
<p>Belangrijke uitzondering op de afname van de nieuwe studenteninstroom vormen de Associate degree-opleidingen, die groeiden met 9,4%. “Deze nog betrekkelijke nieuwe loot aan de stam van het hbo groeit als kool”, zegt voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen. “Dat laat zien dat de Ad als brug tussen het middelbaar en hoger beroepsonderwijs voorziet in een grote behoefte”. De groei van de Ad-opleidingen vormt een contrast met de totale instroom vanuit het mbo, die juist afnam met 9 procent.</p>
<p>De sterkste afname van eerstejaars studenten deed zich voor in opleidingen in de sector gezondheidszorg, vooral als gevolg van de afname van het aantal nieuwe verpleegkunde-studenten (-17,7%). Het aantal nieuwe pabo-studenten (+2,7%) nam daarentegen toe. Bij de 36 publiek bekostigde hogescholen studeerden aan het begin van dit studiejaar 477.916 studenten.</p>
<p><strong>Oorzaken</strong><br />
Als mogelijke redenen voor de afname valt naast demografische factoren te denken aan de herinvoering van de basisbeurs in studiejaar 2023-2024, die studenten kan hebben aangezet om hun studie een jaar uit te stellen. Hiernaast zou de huidige krappe arbeidsmarkt mbo- afgestudeerden gemotiveerd kunnen hebben om direct te starten met een carrière in plaats van verder te gaan studeren in het hbo. Ook kan van invloed zijn geweest dat het nemen van een tussenjaar weer aantrekkelijker is geworden nu de reis-restricties wegens de COVID-19 pandemie ook in het buitenland grotendeels zijn opgeheven.</p>
<p><strong>Oekraïners</strong><br />
Het aantal buitenlandse studenten op hogescholen is dit studiejaar licht toegenomen: het aantal ingestroomde internationale studenten als proportie van het totaal aantal ingestroomde studenten is in 2022 met ongeveer 1% toegenomen ten opzichte van 2021. Van de groei van 531 niet-EER studenten komt bijna een derde voor rekening van Oekraïense studenten.</p>
<p>De cijfers zijn ondergebracht in een factsheet; deze is hieronder te downloaden.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26582022-12-01T10:45:23+01:002022-12-01T12:37:35+01:00Vereniging Hogescholen: zorgen over motie buitenlandse studenten<p><strong>De Vereniging Hogescholen is teleurgesteld dat de Tweede Kamer een motie heeft aangenomen die oproept om ervoor te zorgen dat het actief werven van buitenlandse studenten stopt, totdat de minister met nieuwe maatregelen komt over internationalisering. Ook buitenlandse studenten kunnen immers hard nodig zijn voor de krappe Nederlandse arbeidsmarkt. De Vereniging Hogescholen wil met minister Dijkgraaf in gesprek over de uitvoering van de motie.</strong></p>
<p>In het hbo is 7,1% van de studenten afkomstig uit het buitenland. In absolute cijfers: van de 492.734 studenten in het hbo kwamen er 34.901 studenten uit het buitenland. Van deze 7,1 % internationale studenten die aan het hbo studeren is ongeveer 23% afkomstig van buiten Europa – dat is dus ca 1,6%, niet meer dan 8000 studenten. Bovendien is nog geen 10% van alle hbo-opleidingen geheel in het Engels.</p>
<p>Natuurlijk zien hogescholen de problemen rond huisvesting. Zij zijn daarover continu in gesprek met lokale partners: gemeenten en studentenhuisvesters. Waar geen woonruimte te vinden is voor studenten nemen zij waar mogelijk hun verantwoordelijkheid. Meerdere hogescholen hebben afgelopen zomer internationale studenten opgeroepen om niet naar Nederland te komen als ze geen huisvesting hebben geregeld.</p>
<p>De Nederlandse arbeidsmarkt kent structurele tekorten in vrijwel alle sectoren. Het hoger beroepsonderwijs leidt professionals op voor de (regionale) arbeidsmarkt. De arbeidsmarkt vraagt om afgestudeerden die relevante kennis en internationale vaardigheden hebben om hun beroep (ook in de toekomst) te kunnen uitoefenen. Hogescholen staan in nauw contact met het werkveld, daarop stemmen zij hun opleidingsaanbod af en zij werven gericht om de (toekomstige) tekorten op de arbeidsmarkt in te vullen. Er zijn grote regionale verschillen, met name in de krimpregio’s is het voor de economie van levensbelang dat de instroom van buitenlandse studenten in het hoger beroepsonderwijs, en daarmee arbeidskrachten, op peil blijft en zo mogelijk zelfs toeneemt. Maar ook landelijk hebben we tekorten aan vakkrachten waar de internationale student mede in kan voorzien. Ten slotte kennen we in Nederland sectoren die per definitie in een internationale context werken.</p>
<p>Momenteel blijft ongeveer 20% van de buitenlandse studenten die in Nederland een hogere beroepsopleiding afrondt, behouden voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Dat zijn professionals die op de krappe arbeidsmarkt vacatures vervullen en dus ook belasting betalen.</p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26562022-11-09T14:52:47+01:002022-11-09T16:50:04+01:00Hogescholen zien aantal nieuwe studenten afnemen<p>Het aantal nieuwe studenten in het hoger beroepsonderwijs is in dit studiejaar ’22-’23 ten opzichte van vorig jaar met 5,5 % afgenomen. De verminderde instroom doet zich voor in alle sectoren. Dat blijkt uit de voorlopige instroomcijfers van de Vereniging Hogescholen. Uitzondering zijn de opleidingen Associate degree (Ad), waar – geheel in lijn met de afgelopen jaren – een flinke toename is te zien met 9,2%. “De voortdurende en gestage groei van onze Ad-opleidingen laat zien dat de Ad is uitgegroeid tot een volwaardig onderdeel van het hoger beroepsonderwijs”, zegt Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen.</p>
<p>Van alle sectoren laten de ‘tekortsectoren’ techniek (-2,5%) en onderwijs (-3,7%) nog de minste daling zien. Bij de opleidingen in de sector gezondheidszorg is er echter een daling van 12,5%. De afnemende instroom in het hbo speelt overigens niet uitsluitend ten opzichte van vorig studiejaar. Toen kwam de instroom – na een grote toename in 2020 – terug op het niveau van vóór de coronapandemie. Nu laten de cijfers in vergelijking met 2019 een afname zien van 5,1%. Bachelorstudies krimpen ten opzichte van 2019 met 8,8%, maar hier is wel een stijging te zien van de instroom in masterstudies van 7,1%. </p>
<p>Ten opzichte van 2019 is ook weer een sterke stijging te zien van de Associate degree-opleidingen. De toename is 31,7%, verdeeld over alle sectoren. De Ad kan voor studenten een aantrekkelijke route zijn om bijvoorbeeld via een opleiding tot educatief professional of onderwijsondersteuner de opstap te maken naar het leraarschap.</p>
<p>Uitgesplitst naar vooropleiding is krimp van de instroom min of meer gelijkelijk verdeeld over havo en het mbo. </p>
tag:www.vereniginghogescholen.nl,2005:Article/26232022-04-07T17:15:46+02:002022-04-08T12:47:06+02:00Goede perspectieven voor hbo’ers op de arbeidsmarkt<p>Hbo-afgestudeerden doen het in de regel nog steeds goed op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de jaarlijkse HBO-Monitor van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Maastricht University. Belangrijkste conclusie uit de monitor: hbo-opgeleiden van de lichting 2019/2020 hebben bijna allemaal werk; vier van de vijf werken op het hbo-niveau waarvoor ze zijn opgeleid en 60 procent heeft al een vaste baan. “Het is mooi om te zien dat mensen na het voltooien van een hbo-opleiding meestal goed hun weg vinden. Het toont ook aan dat Nederland zit te springen om de professionals die op onze hogescholen worden opgeleid”, zegt Maurice Limmen, voorzitter van de Vereniging Hogescholen.</p>
<p>Het ROA onderzocht hoe het de lichting afgestudeerden van het studiejaar 2019/2020 is vergaan nadat zij hun diploma behaalden; dit onderzoek wordt jaarlijks gehouden in opdracht van de Vereniging Hogescholen. Het ging om de lichting studenten die deels vlak voor en deels tijdens de coronacrisis afstudeerde en een baan ging zoeken. Aan het onderzoek hebben meer dan 25.000 personen meegedaan. Hbo’ers doen het al jaren goed op de arbeidsmarkt, maar het valt op dat deze laatste lichting het zelfs nog iets beter doet dan hun voorgangers die in 2019 een baan gingen zoeken.</p>
<p><strong>Vaste baan</strong><br />
De werkloosheid van de lichting 2019/2020 is gedaald naar 2,6 procent, hun voorgangers noteerden hier nog 4,2 procent. Verder valt op dat 61 procent van de laatste lichting nu al een vaste aanstelling heeft, bij de lichting van een jaar eerder was dat 59 procent. Ook het aantal personen dat werk heeft gevonden op hbo-niveau (81 procent tegen 79 procent) nam toe. Ruim driekwart werkt bovendien in het eigen vakgebied.</p>
<p>Hbo’ers vinden over het algemeen ook heel snel werk: 80 procent heeft vrijwel meteen een baan, er is dan geen sprake van ‘intredewerkloosheid’. In het onderwijs hebben hbo’ers in 94 procent van de gevallen meteen na het afstuderen werk. En ook in de gezondheidszorg komen afgestudeerden snel aan het werk: 95 procent heeft na drie maanden een baan. Limmen: “Deze mooie cijfers zijn wat mij betreft een compliment waard voor deze lichting studenten die onder lastige omstandigheden hun hbo-diploma behaalden.”</p>