Met een investeringsimpuls van 400 miljoen voor onderzoek en innovatie zet het kabinet een goede stap voor de broodnodige investeringen in de wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke impact en het verdienvermogen van Nederland. Bovendien wordt op een evenwichtige manier invulling gegeven aan deze impuls, zoals ook door de kenniscoalitie bepleit. Ook wordt hiermee armslag gegeven aan nieuwe samenwerkingsverbanden vanuit de Nationale Wetenschapsagenda en het topsectorenbeleid, om zowel nieuwsgierigheidsgedreven als thematisch onderzoek te verrichten.
Het regeerakkoord bevat belangrijke voornemens voor investeringen in onderzoek en innovatie. “Het is heel goed nieuws dat deze coalitie bijna een half miljard per jaar uittrekt voor onderzoek en innovatie”, aldus de voorzitter van de Nationale Wetenschapsagenda, Louise Gunning. “Twee keer 50 miljoen incidenteel voor onderzoeksinfrastructuur en 200 miljoen structureel voor toegepast onderzoek en 200 miljoen structureel voor fundamenteel onderzoek. Met de sterke koppeling tussen onderzoek en onderwijs leiden we ook de volgende generatie op. Nu kunnen we een groot deel van de kansen van de NWA verzilveren.”
De stuurgroep is positief over de weg die het kabinet hiermee inslaat. Het is een prachtige erkenning van de Nationale Wetenschapsagenda. De kenniscoalitie gaat graag in gesprek met de bewindspersonen over de besteding van de extra middelen in lijn met de door haar opgestelde investeringsagenda.
Investeringsagenda
De Nationale Wetenschapsagenda heeft gezorgd voor verbinding tussen de diverse partijen in wetenschappelijk onderzoek en innovatie en voor gezamenlijke programmering. Op basis van de NWA heeft de kenniscoalitie ─ werkgeversorganisaties en kennisinstellingen ─ vorig jaar een investeringsagenda gepubliceerd: een concreet plan voor extra investeringen van minstens een miljard euro in vernieuwend thematisch onderzoek (spankracht), én talent en onderzoeksfaciliteiten (draagkracht).
Nationale Wetenschapsagenda
Het kabinet heeft in 2014 de kenniscoalitie opdracht gegeven een verbindende agenda voor onderzoek in Nederland te ontwikkelen. Door het opstellen van de Nationale Wetenschapsagenda zijn wetenschap, bedrijfsleven en maatschappij rondom vijfentwintig routes dichter bij elkaar gekomen. Eind 2016 werd een eerste stap gezet in de implementatie van de agenda door een investering van 20 miljoen door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de zogeheten Startimpuls. Hiermee werden consortia binnen drie onderzoeksthema’s ─ acht NWA routes ─ in staat gesteld om urgente maatschappelijke uitdagingen aan te gaan, economische vernieuwing te stimuleren en wetenschappelijke doorbraken te realiseren.