Vrouwen doen het goed in het onderwijs. Steeds meer meisjes volgen hoger onderwijs en presteren doorgaans beter dan jongens. De toetreding van hoogopgeleide vrouwen tot de arbeidsmarkt is al jaren uitstekend. In het onderwijs doen vrouwen het ook goed. In leidinggevende functies, zeker in het hbo, scoren vrouwen hoog. Van alle hogeschoolbestuurders is 30% vrouw. Van de 37 voorzitters van bestuurscollege’s zijn er 9 vrouw. Nog niet goed genoeg maar wel aanmerkelijk beter dan in andere sectoren.
Tijd voor zelfgenoegzaamheid op internationale vrouwendag, vandaag? Blijkbaar niet, want vandaag de dag strijden feministen nog steeds voor betere beloning, meer vrouwen op leidinggevende posities, meer geld voor faciliteiten als kinderopvang. Het aandeel vrouwen aan de top bedraagt op dit moment nog maar een schamele 10%. De minister van onderwijs en emancipatie Jet Bussemaker wil quota instellen als bedrijfsleven en instellingen niet zelf zorgen voor meer vrouwen op topposities. Ze vindt een quotum weliswaar een 'paardenmiddel' zei ze onlangs in een interview in Trouw, maar “als er in het bedrijfsleven niets verandert, zal ook in Nederland de politieke druk toenemen om met een verplichting te komen”.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde in maart vorig jaar cijfers over vrouwen in managementfuncties. Een conclusie: ‘Voltijdswerkende moeder is bijna even vaak manager als voltijdswerkende vader’. En dat is opmerkelijk. Van alle voltijds- én parttime werkende vrouwen hadden in 2014 bijna vier op de honderd een managementfunctie. Dat is inderdaad minder vaak dan bij mannen van wie negen op de honderd manager waren en het bevestigt het beeld dat vrouwen niet doorbreken naar de top. Maar neem de kleine groep vrouwen die wel voltijd werkt apart en dan blijkt dat vrouwen juist relatief vaak manager zijn, bijna net zo vaak als vaders! Helaas werken vrouwen nog steeds bij voorkeur parttime (maar liefst driekwart van alle werkende vrouwen). En dat verklaart dus het gebrek aan hun doorstroming naar de top.
Vrouwen kiezen daarnaast ook nog eens voor sectoren waar sowieso minder leidinggevende posities zijn, zoals overheid, zorg, cultuur en recreatie. Hoe gelaagder de organisatie, hoe minder vrouwen, lijkt het wel. Liever lekker plat, weinig hiërarchie en minder prestatiegericht. Dat begint al bij de keuze voor een studie: zorg, onderwijs en kunst zijn favoriet. Bij techniek en andere ‘harde richtingen’ tref je nog maar weinig meisjes aan.
Hoe krijgen we meer vrouwen aan de top? Door verplichtende maatregelen als quota , of goedkopere kinderopvang? Of dames, pakken we de handschoen gewoon zelf op? Leidinggeven en besturen gaat niet samen met parttime werken, met duobanen, met een theemutscultuur. Leidinggeven is verantwoordelijkheid nemen, overwerken wanneer anderen afhaken, doorpakken, ambitie tonen. En dat vergt soms offers, zoals een volle werkwerk. En wie offers wil brengen, krijgt in Nederland alle kansen. Dus vrouwen, aan de slag! Meer meisjes naar techniek, meer vrouwen in fulltime banen en minder mutsen.
De cijfers
- In 2013 zat in 77% van de Nederlandse Raden van Bestuur geen enkele vrouw.
- 30% van de bedrijven is niet van plan iets te gaan doen aan de achterstand van vrouwen.
- In Nederland is 9,5% van de leden van een Raad van Bestuur vrouw en 14% van de leden van de Raad van Commissarissen.
- Europa wil meer vrouwen in topfuncties: in 2020 moet dat 40% zijn.
- Onze minister OCW wil 30% vrouwen in de top van bedrijven in 2020 (hogescholen halen dat al), anders komt er een verplicht quotum.